De psychiater haalt het kind of de jongere met zijn of haar ouder(s)/verzorger(s) op uit de wachtkamer voor een gesprek in de behandelkamer van de psychiater. In de wachtkamer is een koffiecorner waar onbeperkt koffie, thee en limonade kan worden gepakt. Er zijn tijdschriften, boeken en voor de kleinere kinderen is er speelgoed aanwezig. In het hele gebouw kan gebruik worden gemaakt van gratis WIFI.
De behandelkamer is een huiselijk ingerichte ruimte, waarin een bureau en enkele stoelen staan. Het gesprek start meer algemeen over wat het kind zoal bezighoudt. Vervolgens zal tijdens het gesprek ook specifieker worden ingegaan op onderwerpen waar u zich zorgen over maakt of die minder goed gaan.
Eigenlijk start het ‘psychiatrisch onderzoek’ al vanaf het eerste contactmoment in de wachtkamer. Hierbij observeert de psychiater het gedrag van het kind om zich een eerste indruk te vormen. Vervolgens wordt in de behandelkamer van de psychiater verder gesproken met ouders en kind. Dit met als doel om uiteindelijk tot een verklaring van het gedrag (= de diagnose) te kunnen komen. Het kan ook zijn dat de psychiater enkele testen uitvoert om de neurologische functies van het kind te onderzoeken. Bijvoorbeeld de evenwichtsfuncties of de fijne motoriek. Vaak wordt daarna ofwel het kind ofwel de ouders alleen gesproken. Na een tijdje wordt er gewisseld. Aan de kinderen wordt vaak gevraagd om een tekening te maken, wat kleine opdrachtjes te doen en er wordt verder gepraat. Soms wordt er ook een spelletje gedaan. Met jongeren verloopt het onderzoek meestal door middel van een gesprek.
Aan het einde van het 2,5 uur durende intakegesprek is de diagnostiek meestal rond en kan er een behandelvoorstel gedaan worden. Ouders, kind/jongere en psychiater komen gezamenlijk tot een plan van aanpak. Er wordt daarna een behandelplan opgesteld. Hierin wordt de diagnose en de behandeling die ingezet zal worden, beschreven. Soms kan het zijn dat de diagnostiek nog niet geheel duidelijk is en wordt een vervolgonderzoek gepland. Het behandelvoorstel zal na dit vervolgonderzoek gedaan worden.
Meestal duurt de intake echt 2,5 uur, maar soms is het ook wel korter.
Een psycholoog heeft een universitaire studie psychologie gedaan en een psychiater heeft geneeskunde (medicijnen) aan de universiteit gestudeerd. Een psycholoog is opgeleid tot het geven van psychologische behandelingen, zoals cognitieve gedragstherapie of EMDR. Ook neemt een psycholoog psychologisch onderzoek af, zoals bijvoorbeeld een IQ-onderzoek.
Een psychiater is een dokter die zich verder heeft gespecialiseerd in de psychiatrie. Tijdens de opleiding tot arts (geneeskunde) wordt hem geleerd om stoornissen of afwijkingen tijdig te kunnen herkennen. Daarnaast kan een psychiater, doordat hij veel kennis bezit van lichamelijke ziektes, differentiëren of bepaalde “afwijkingen” in het gedrag te verklaren zijn vanuit de psyche, vanuit lichamelijke aandoeningen of vanuit een combinatie van beiden. Ook kunnen lichamelijke klachten die met psychische problemen te maken hebben verklaard worden.
Gedurende de opleiding tot arts – en daarna ook tijdens de opleiding tot psychiater- wordt hij grondig opgeleid om diagnostisch te leren denken door o.a. ervaring op te doen op verschillende afdelingen binnen psychiatrische instellingen of algemeen ziekenhuizen.
Binnen onze praktijk hebben we er voor gekozen om de psychiater de diagnostiek te laten doen, om zo van het begin af aan snel en goed duidelijk te kunnen krijgen wat er aan de hand is. Pas als je de juiste diagnose stelt, kun je daarbij ook de juiste behandeling aanbieden.
Psychiatrische diagnostiek bestaat uit een systematische evaluatie van de oorzaken, de symptomen, het beloop en de gevolgen van de problemen. Dit wordt gedaan middels het verzamelen van informatie vanuit verschillende bronnen, zoals de ouders/verzorgers, het kind of de jongere en vaak ook van school. De psychiater weegt vervolgens al deze informatie af, samen met de observatie van het gedrag van het kind tijdens het onderzoek, om tot een diagnose te komen.
Een psychiatrische diagnose kan niet vastgesteld worden door middel van afname van vragenlijsten die door ouders of een leerkracht worden ingevuld. Er zijn helaas ook geen computertesten, bloedonderzoeken of scans die gedaan kunnen worden om een diagnose te bevestigen ofwel uit te sluiten. Deze onderzoeken kunnen soms wel gebruikt worden ter ondersteuning van de boven beschreven methode van diagnostiek.
In de volksmond wordt over een diagnose wel eens gesproken als “labeltje” of “stickertje”. Dit heeft vaak een wat negatieve ondertoon. Een diagnose is echter “niets meer of minder” dan een verklaring die helpt om de juiste hulp of behandeling te kunnen starten.
Ja, dat is inderdaad mogelijk. Binnen onze praktijk werken we volgens het concept van de “ééndagsdiagnostiek”. Dit houdt in dat er voor de intake al veel informatie wordt ingewonnen via de huisarts of via de ouders/verzorgers door middel van het opvragen van eerdere onderzoeken, het invullen van een ontwikkelingsvragenlijst en een schoolinformatielijst. Met deze informatie en de psychiatrische intake van 2,5 uur is het vaak mogelijk om een diagnose te stellen in één dag.
Nee, helaas bestaat deze niet. Er is geen ADHD-test. Wel kan met boven beschreven methode van diagnostiek ADHD goed vastgesteld worden.
Nee, lang niet altijd. Dit hangt af van de diagnose, van de ernst van de problemen en van de wens van ouders en kind.
Ja, dat kan.
Als wij vanuit onze praktijk menen dat niet wij maar een andere hulpverlener u beter zou kunnen helpen, dan zullen we hierin meedenken.
Wachttijden veranderen regelmatig. Wij houden dit zoveel mogelijk up-to-date op onze website. Zie hiervoor het kopje “Aanmelden/ wachttijd“. De wachttijd gaat in op het moment dat alle formulieren bij ons binnen zijn.
Nadat de diagnose is vastgesteld, zal een behandelvoorstel worden gedaan aan ouders/verzorgers en het kind. Zij kunnen vervolgens zelf beslissen of ze de behandeling willen die voorgesteld wordt. Meestal bestaat het begin van de behandeling eruit om eerst goed uit te leggen wat er aan de hand is. Vervolgens kunnen gerichte behandelingen aangeboden worden, welke vanuit wetenschappelijk onderzoek bewezen effectief zijn bevonden.
Wanneer ouders of jongeren de vraag hebben naar een verklaring van (vaak aanhoudende) problemen die mogelijk verklaard kunnen worden door ADHD, autisme, een depressie, een angst-, dwangstoornis of een andere psychische aandoening, dan is het een logische stap om naar een psychiater te gaan. Ook als nog niet helemaal duidelijk is of het gedrag komt door andere factoren, zoals bijvoorbeeld een lichamelijke aandoening, vanwege een scheiding, hoogbegaafdheid of andere problemen thuis of op school, kan het zinvol zijn om de psychiater te vragen om mee te denken.